Ik weet het nog heel goed, net of het was gisteren, toen je zei dat je niet meer wilde.
T voelde als een herfststorm na de zomer. Kil en confronterend.
Ik wilde nog onderhandelen, zeggen dat ik het beter kon maken, dat ik het kon veranderen, maar ik wist al langer dat het daarvoor te laat was.
De klok tikte net iets luider, en buiten op straat reden de auto’s ook trager.
Of leek dat alleen maar zo.
Ik had niet gedacht dat het zover ging komen, ik ging er van uit dat je mijn fouten erbij nam. Onvoorwaardelijk.
Nu de bladeren zijn gevallen , de wereld wit bedekt met sneeuw,
en de rust is weergekeerd, begrijp ik het beter.
Ik kon niet waarmaken wat je van me verwachtte. Ik kon niet degene zijn die je wilde dat ik was,
en zou dat ook nooit worden. Het zou nooit een sprookjeseinde worden.
Dit was onvermijdelijk.
Ik hoop dat je iemand vindt die beter bij je wensen aansluit,
maar vooral hoop ik dat je rust vindt in je hoofd, en geen dromen meer najaagt die je niet kan vervullen en ook niet verwacht dat iemand anders dat voor jou kan doen.
De zon straalt weer op mijn gezicht
Ik wens jou oprecht hetzelfde toe.
Het is nog steeds koud in mijn hart, maar ik voel de warmte komen.